Wanneer je moeder wordt, in mijn geval zeer bewust op mijn 24e, krijg je een enorme verantwoordelijkheid. Bij iedere beslissing die jij neemt, groot of klein, beslis je ook over het leven van je kinderen. Logisch, daar ben je moeder voor, dat is je rol, je taak. Je maakt keuzes, doet dit zo goed als je kunt en hoopt er het beste van. En dat, vind ik, is soms best lastig en heel af en toe ronduit beangstigend…
Want, wanneer doe je het goed?
Misschien heeft de keuze van de scheiding tussen mijn ex en mij, toen de kinderen slechts 1 en 3 jaar oud waren, wel tot gevolg dat ze jarenlange intensieve therapie nodig hebben, gaan ze me dit later verwijten, noem maar op.
Een gedachte die me toch minstens 2 jaar regelmatig uit de slaap gehouden heeft. Dergelijke keuzes zijn dus niet bepaald altijd even gemakkelijk. Natuurlijk, je doet wat jou als ouder het beste lijkt, maar wanneer weet je of dat ook goed is voor je kinderen?
Moeder met ADHD
Enkele jaren nadat ik moeder werd, kreeg ik de diagnose ADHD (zie ‘ADHD een zegen of een vloek?’) en zo ook kleine man, op slechts vierjarige leeftijd. Om het leven van kleine man en grote zus zo plezierig mogelijk te maken, is structuur en duidelijkheid een pré, zeker in het geval van kleine man met ADHD. Hier doen wij dan ook ons uiterste best voor, met oa een planbord, duidelijke regels en afspraken en voorspelbaarheid. Mijn vriend en ik passen ons werk zo aan, dat er geen gebruik gemaakt hoeft te worden van BSO, iets wat, denken wij, niet echt een plezierig iets is voor kleine man. Dit vereist behoorlijk wat, dat moge duidelijk zijn. Soort van ‘militaire operatie’, onze agenda’s. Maar, het lukt, wij zijn hier tevreden mee. Twee gezinnen is voor kleine man soms zeer ingewikkeld, vooral de schakelmomenten hiertussen. Maar goed, dat is zo en we doen allemaal ons uiterste best.
Maar, hoezeer je ook je best doet, wat er in het hoofdje van kleine man gebeurt, de drukte en onrust, niet alles kun je verhelpen. Dus, na lang denken en onderling overleg, besloten de opties te gaan onderzoeken voor ADHD medicatie. Met ook op dit punt steeds de vraag in mijn hoofd: ‘is dit de juiste keuze? Is hij niet te jong?’. Dus, anderhalf jaar na ons eerste bezoek, komen we opnieuw terecht bij de instantie die destijds de ADHD diagnose stelde. Door veranderde regeltjes is een her-intake met bijbehorend gesprek, spelobservatie met kinderpsycholoog en nagesprek noodzakelijk. Slechts 9 maanden geleden het traject afgesloten, maar goed, niets aan te doen.
Beginnend bij een gesprek van ruim anderhalf uur, waar kleine man bij aanwezig is en zich opvallend geweldig gedraagt (dat is namelijk heeeeeeel erg lang voor een zesjarige) is het tijd voor de spelobservatie door de kinderpsycholoog. Kleine man is verteld dat hij met een mevrouw spelletjes gaat doen.
Na anderhalf uur wachten is hij hier dolblij mee, want spelletjes zijn leuk! Wij worden voorgesteld aan mevrouw de kinderpsycholoog. Het eerste wat ik denk is: ‘Dat gaat niks worden. Wij vinden elkaar niet aardig.’ Maar goed, ik heb immers ook anderhalf uur stil op een stoel moeten zitten en geef mezelf inwendig op mijn kop, dat ik meteen een oordeel klaar heb. Mijn onhebbelijke rottige gewoonte.
Kleine man en mevrouw de kinderpsycholoog gaan samen de kamer in. Wij mogen meekijken achter een grote doorkijkspiegel. Kleine man en mevrouw de kinderpsycholoog gaan aan tafel zitten. Kleine man vol verwachting, want het is tijd om spelletjes de doen! Maar nee, eerst is het tijd voor een gesprekje. Over school. Daar heeft kleine man geen zin in, want, ze zouden spelletjes gaan doen! En school is nou ook niet bepaald zijn favoriete onderwerp.
Van achter de doorkijkspiegel zakt de moed me in de schoenen en zie ik het mis gaan bij kleine man. Ik zie zijn aandacht totaal verdwijnen en kleine man gaat op in totaal andere dingen dan dit gesprekje. Mevrouw de kinderpsycholoog geeft echter niet op en wat wij zien is een totaal onjuist beeld van kleine man. En ik, met mijn veel te snelle oordeel, zit me enorm te irriteren. Aan wat ik zie, maar ook aan mezelf, want waarom geef ik mevrouw de kinderpsycholoog niet gewoon een eerlijke kans? Ze zal heus wel weten wat ze aan het doen is, heeft er immers voor gestudeerd. Gelukkig, de laatste 10 minuten word er toch nog een spelletje gedaan.
Na afloop worden we binnen geroepen en is het tijd voor het nagesprek. ‘Hou je in, hou je in’ is het mantra dat door mijn hoofd klinkt. En dat probeer ik uit volle macht. Mond houden en luisteren. Het lukt. Voor wel 5 minuten.
‘Kleine man is wel extreem snel afgeleid in een prikkelarme omgeving.’ Merkt mevrouw de kinderpsycholoog op.
En daar ga ik… ‘Mag ik even onderbreken? Ja, mag het? Kun je mij misschien uitleggen welke prikkelarme omgeving u bedoelt?’ vraag ik haar. Verbaasd kijkt ze me aan. ‘Deze ruimte, waar de observatie plaatsvond. Dat is een zeer prikkelarme omgeving.’ Is haar antwoord. ‘Mag ik vragen, heeft u zelf ADHD?’ Haar antwoord is ontkennend, nee, natuurlijk niet! ‘Oh, dat vermoedde ik al.
Kijk, ik heb zelf ADHD en ik zal uitleggen wat ik, als ADHDer, voor ruimte zie. Ik zie een kamer met een enorm grote spiegel, zo groot dat ie een hele wand beslaat. Zeer afleidend, want ik zie constant mezelf en anderen bewegen in die spiegel, het trekt enorm mijn aandacht. Aan deze kant zie ik alleen maar ramen, waarvan er twee open staan en wij kunnen genieten van het drukke verkeer van buitenaf. Niet te vergeten de lamellen die ervoor hangen, die constant tegen elkaar tikken door de wind en de glasgordijnen ervoor, ook constant in beweging. Andere muur is knalgroen, het doet bijna zeer aan mijn ogen. Met hierop een groot, kleurrijk schilderij. En daar staat een kast, gevuld met speelgoed, op de grond staat speelgoed. En dan nog een bureau, vol met prulletjes en een zoemende computer. Geloof me, voor een ADHDer is dit ALLESBEHALVE prikkelarm.
En dan heb ik vanmorgen netjes mijn medicatie geslikt.’ Mijn reactie valt niet bepaald goed bij mevrouw de kinderpsycholoog, moge dat duidelijk zijn. Meewarig hoofdschudden, een diepe zucht, deze moeder begrijpt er duidelijk niets van… De rest van dit gesprek verloopt dan ook niet bepaald vloeiend, gezien ik het overduidelijk verpest heb met mijn kritische commentaar. Doodmoe stap ik dan ook de auto weer in. Vol twijfels over mezelf, ben ik nou echt zo’n lastige moeder? Is dit echt de juiste beslissing? Doe ik het wel goed? Helaas is dat iets wat ik nooit vooraf weet, maar ik troost mezelf met de gedachte dat ik mijn uiterste best doe en kan niets dan hopen dat mijn keuzes de juiste zijn…
Auteur: Inge van ADHDblog.nl
Geef een reactie