Elk nadeel heeft zijn voordeel

‘Hup Holland!’, ‘Yes!’, ‘Kom op!’, ‘Maak een score!’ Zomaar enkele kreten die Elian uitstoot tijdens de EK-voetbalwedstrijd Nederland-Denemarken. Omdat de wedstrijd redelijk vroeg is, mag hij hem helemaal uitzien. Hij leeft erg mee en is geen minuut stil. Ook fysiek stuitert hij alle kanten op, Martin houdt hem een hele poos echt beet op de bank, zodat Elian maar min of meer rustig blijft zitten.
Op woensdag wil Elian wil ook graag de eerste helft zien van Nederland-Duitsland. Martin en ik twijfelen erg of hij dat mag. Een sportvriend van Martin komt ook en die vorige wedstrijd was door Elians gedrag voor ons best moeilijk te volgen. We besluiten eens te kijken hoe druk hij is, het eerste halfuur na het avondeten, om een inschatting te kunnen maken of we hem op laten blijven of niet.
‘Als jij rustiger bent dan bij de eerste wedstrijd, dan mag jij kijken,’ moedig ik hem aan. Dat voelt een beetje alsof ik een kind van wie de schrijf arm is gebroken zeg dat het mag kijken als het zijn naam schrijft, maar ik hoop dat Elian toch iets van controle over zijn gedrag kan uitoefenen. Ik ben ook benieuwd of hij dat kan.
Elian belooft dat hij zijn best gaat doen.
Een poosje later heb ik een briljante ingeving. ‘Elian, ik heb nog wel een pilletje waar je wat rustiger van kan worden, wil je dat proberen?’ vraag ik.
Wat Elian niet weet, is dat hij dat pilletje elke avond al krijgt, voor het slapengaan, vermorzeld door zijn drinken. Toen hij voor het eerst medicijnen kreeg, kreeg hij die allemaal zonder dat hij het wist, omdat hij zich zwaar verzette tegen wat voor pillen dan ook. Echter, we stapten over van Medikinet in poedervorm op Concerta, die er alleen in pilvorm was. Vanaf dat moment wist hij dat hij ’s ochtends een pil kreeg, maar omdat hij daar inderdaad best weerstand tegen had, besloten we zijn pil ’s avonds nog te geven zonder zijn medeweten. Ik zie hier ineens dé kans om zijn weerstand te doorbreken.
Inderdaad wil Elian zó graag de wedstrijd zien, dat hij geheel vrijwillig het pilletje neemt.
Na een poosje roept hij uit: ‘Mijn benen willen graag druk worden, maar ik probeer ze tegen te houden!’
‘Hoe doen je benen dat dan?’ wil ik weten.
Hij zwabbert wat met zijn benen en ook een beetje met zijn armen. Daarna slaat hij zijn armen om zijn benen heen, om ze stil te houden. Ik vind het prachtig, hoe goed hij dat kan zeggen en hoe hij zijn best doet!
Het lukt hem de volle drie kwartier om minder druk te doen. Hij beweegt veel en kruipt op de vloer rond met een deken, maar hij gilt niet de hele tijd. We complimenteren hem hier uiteraard mee.
De volgende avond voor het naar bed gaan geef ik hem weer het pilletje. Hij neemt het gewoon in! En de volgende dag ook. Maar de dag erna wordt hij boos, als ik met het pilletje aankom.
‘Ik wil alleen een pilletje als er een voetbalwedstrijd is!’ Boos gooit hij het weg.
Ik probeer hem te overhalen. ‘Als jij morgen de wedstrijd wilt zien, moet je nu ook een pilletje nemen.’
Hij doet zijn mond open en neemt een slokje drinken, maar wordt nog bozer wanneer ik hem vraag zijn mond open te doen. Het pilletje zit er dan ook nog in.
‘Nu ja, dan mag je dus de wedstrijd niet zien,’ zeg ik.
Daarop stuift hij woedend overeind en loopt net de bocht om. Vervolgens beweert hij dat hij het pilletje heeft doorgeslikt. Het is lastig checken of dat echt zo is of niet. Het pilletje ligt in ieder geval nergens op de grond.
De volgende dag overleggen Martin en ik: willen we weer het pilletje geven, met het risico dat Elian het niet neemt en daarna angstig zijn drinken controleert op dingen die er niet in horen, zoals hij in het verleden heeft gedaan, of zullen we het hem weer stiekem geven? Martin wil het nog eens proberen, want Elian heeft hem immers al een paar keer genomen. Ik ben het met hem eens.
Elian kijkt tv op het moment dat Martin hem de pil geeft. Terwijl Elian strak naar tv blijft kijken steekt hij de pil zo in zijn mond.
De dag daarna is hij door omstandigheden zó druk, dat hij zelf het pilletje graag wil nemen. Ook de daaropvolgende dag gaat het goed.
Exact een week na de wedstrijd Nederland – Duitsland valt het me tegen negenen op dat Elian érg veel lawaai heeft. Oeps, ik ben vergeten hem zijn pil te geven! Dus ga ik naar boven met een glas water en het pilletje, maar uiteraard wil hij het absolúút niet innemen! Ik dreig dat ik al zijn speelgoed afpak. Hij weigert. Martin komt er ook bij. We zeggen dat Elian de volgende dag, als hij een margedag heeft en naar oma gaat, geen eigen speelgoed mag nemen. Elian springt boos alle kanten op en weigert nog steeds. Martin en ik ruimen zijn speelgoed op en gaan naar beneden. ‘Dan moet je het zelf maar weten.’
Dat is een risico, want zo doorbreken we het patroon van een pil innemen.
Twee minuten later klinkt het door de babyfoon: ‘Mama, ik wil het pilletje toch wel.’
Als hij het pilletje heeft genomen, vraag ik: ‘Was dat nou zo moeilijk?’
Hij schudt zijn hoofd.
‘Ik weet wel hoe het komt. Ik was een beetje dom geweest, hè? Ik had jou je pil niet bij je drinken gegeven. Je bent het niet gewend om het zo laat te krijgen. Daarom moet je even wennen,’ leg ik uit. ‘Weet je nog hoe boos je was toen je voor het eerst ’s ochtends een pil kreeg? Daar moest je ook aan wennen. Maar na een paar dagen was je gewend en merkte je dat je je veel beter voelde als je je pil kreeg. Nu krijg je voortaan ook elke avond een pil. Oké?’
‘Oké,’ zegt hij.
De volgende dag protesteert hij wel weer wat, maar na een enkele dreiging kiest hij toch eieren voor zijn geld. Evenals de dag daarna. En de dag daarna komt er zelfs geen protest.
Het Nederlands elftal heeft dan wel slecht gespeeld op het EK, maar ons heeft het voetbal iets heel goeds opgeleverd!

Geef een reactie