Misbruik ADHD medicatie door studenten

studenten zonder adhd medicatie

Heb je ADHD, dan zijn er verschillende manieren om ermee om te gaan. Voor de een kan een therapie goed helpen, een ander heeft juist weer veel baat bij het gebruik van bepaalde medicatie. Een voorbeeld van een medicijn wat regelmatig wordt voorgeschreven aan mensen met ADHD is bijvoorbeeld methylfenidaat. Deze stof is nauw verwant aan amfetamine. Voor veel ADHD’ers is dat ideaal: het beïnvloed namelijk het concentratievermogen. Ook een heel andere groep heeft belang bij het gebruik van ADHD-medicatie: studenten. Het gebruik, of liever gezegd misbruik van ADHD medicatie is niet zonder gevolgen.

Studenten misbruiken ADHD medicatie

Terwijl het gebruik van ADHD-medicatie door ADHD’ers juist bedoeld is als hulpmiddel bij het dagelijks functioneren is daar bij gebruik door studenten geen sprake van. Zonder de noodzakelijke medische begeleiding kan het misbruik van ADHD medicatie juist ronduit gevaarlijk zijn.

Niet zelden kan ondeskundig gebruik leiden tot tal van klachten zoals emotionele onbalans, slapeloosheid en verlies van eetlust. Ook andere bijwerkingen die veelal gevaarlijker kunnen zijn zoals hartklachten, zijn niet ongebruikelijk.

Prestaties bevorderen door ADHD medicatie

Het misbruik van ADHD medicatie door studenten kwam aan het licht doordat studentenbegeleiders, maar ook psychologen en artsen ontdekten dat studenten steeds vaker hun toevlucht zochten tot dergelijke medicatie om hun leerprestaties te bevorderen. De gevaarlijke bijwerkingen waren voor het CDA aanleiding om hier Kamervragen over te stellen.

De centrale vraag was of de druk die studenten ervaren tijdens hun studie niet onevenredig hoog was. Van de minister wilden de leden van de CDA-fractie in de Tweede Kamer weten of de toegenomen druk die studenten ervaren een reden kon zijn om dergelijke medicatie te gebruiken.

Tweede Kamervragen over ADHD medicatie op scholen

Opvallend genoeg neemt de minister afstand van de opvatting van de CDA-fractie in haar beantwoording. Zo zou het onderzoek slechts zijn gebaseerd op de feedback van een beperkte groep experts. Ook al is het onderzoek volgens de minister kwalitatief gezien goed uitgevoerd, het gaat haar te ver om een directe link te zien tussen de prestatiedruk die de studenten ervaren en het huidige leenstelsel.

“Een directe link tussen toenemende prestatiedruk en het leenstelsel wordt in dit onderzoek niet aangetoond. Mentale druk onder studenten wordt door verschillende factoren veroorzaakt.”

Onderzoek in 2021

De minister deelt wel de zorgen van de CDA-fractie en geeft aan dat er momenteel wel een onderzoek loopt naar de prestatiedruk die studenten ervaren. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door het RIVM. De huidige Coronacrisis heeft er echter voor gezorgd dat het onderzoek pas in 2021 wordt voortgezet. Het mogelijk misbruik van bepaalde middelen door studenten wordt in dat onderzoek meegenomen.

Onderzoek is volgens de minister niet representatief

Het is duidelijk dat de minister niet vooruit wil lopen op mogelijke conclusies van het onderzoek door het RIVM. Zo zou het onderzoek waar de CDA’ers aan refereren niet representatief zijn.

De minister zegt zelf dat de uitkomsten enkel representatief zijn voor de regio Amsterdam.

“Aan de basis van het onderzoek van de Universiteit van Amsterdam liggen de ervaringen en meningen van professionals werkzaam in Amsterdam. Hieruit kan worden opgemaakt dat het vooral gaat over de studenten uit die regio en kan op basis hiervan niet worden vastgesteld dat het onderzoek representatief is voor alle studenten in Nederland.”

Rol van de huisartsen

Afgezien van de vraag of de resultaten het onderzoek enkel representatief zijn voor de situatie van de studenten in de regio Amsterdam, is ook de handelswijze van de artsen van belang. ADHD medicatie wordt klaarblijkelijk regelmatig voorgeschreven zonder goede onderbouwing.

Ook dit gegeven is niet relevant voor de bewindsvrouw:

“Huisartsen werken volgens strikte richtlijnen en die zij hanteren bij hun diagnostiek en behandeling. Richtlijnen zijn voor professionals een belangrijk richtsnoer op basis waarvan zij handelen en beoordeeld worden op onder andere het leveren van kwalitatief goede zorg. Het voorschrijven van ADHD-medicatie van bijvoorbeeld methylfenidaat aan patiënten zonder ADHD, met het doel de prestaties verhogen, is een niet-medische toepassing, die niet tot de taken van de huisarts behoort.”

Geef een reactie