Worstelingen en ADHD. Kleine man is lief, sociaal, meelevend. Gezellig, innemend, charmant. Grappig, vrolijk, gedreven. Hij bakt koekjes voor ‘zijn meisjes’ van de Appie, begroet mensen die hij niet kent vol enthousiasme met: ‘goedemorgen mevrouw!’ en is een ster in het geven van welgemeende complimentjes. Hij gooit zijn charmes in de strijd met een tersluiks knipoogje, is ontzettend lief voor de bewoners als ik hem meeneem naar mijn werk of dat van mijn vriend. Kleine man vindt niets of niemand ‘gek’ of ‘raar’. Geweldige eigenschappen, waarmee hij menig mens een lach op het gezicht tovert en de dag een stukje mooier maakt. Zomaar, het gebeurt hem als vanzelf, ongedwongen en spontaan.
Geweldige eigenschappen, waarmee hij menig mens een lach op het gezicht tovert en de dag een stukje mooier maakt.
ADHD worstelingen
Naast deze geweldige eigenschappen, naar mijn idee mede te danken aan ADHD, ondervindt kleine man ook hinder aan de mindere kanten.
Impulsief, snel overprikkeld, een kort lontje.
Dit resulteert in onbedoeld ‘ongelukkige acties’, boze buien en een grote mond.
Snel overprikkeld raken betekent in zijn geval dat hij de dingen niet meer kan overzien, wat uitermate vervelend kan zijn. Hij verliest de controle over wat er gebeurt, raakt helemaal uit zijn doen, wordt boos en gefrustreerd.
Daarom probeert hij de touwtjes in handen te nemen, te bepalen wat er gaat gebeuren.
Eigenlijk vrij logisch, want wanneer je zelf de regie behoudt, zijn dingen duidelijk, voorspelbaar en overzichtelijk.
Factoren waarbij je zeer gebaat bent wanneer je ADHD hebt, het geeft rust, schept orde in de chaos en creëert een veilig gevoel.
Echter, wanneer je 7 jaar oud bent, bevindt je je niet in de positie de regels te bepalen…
Slechte combinatie
Het zelf ook hebben van ADHD is over het algemeen een groot pluspunt, ik begrijp kleine man als geen ander, kan zijn razendsnelle gedachtesprongen moeiteloos volgen en begrijp de drukte in zijn hoofd. Zijn behoefte aan duidelijkheid, overzicht.
Maar helaas heb ik, als ADHDer, net zo goed last van de mindere kanten: impulsief, snel overprikkeld, kort lontje.
En in dat opzicht vormen kleine man en ik dus een slechte combinatie.
Buitengewoon vasthoudend
De laatste maanden nemen de mindere kanten steeds meer en meer de overhand.
De regels lijken niet meer te bestaan, hoe duidelijk ze ook zijn en hoe vaak ik ze ook herhaal.
Bijna dagelijks gaat kleine man de strijd aan, wil de touwtjes in handen nemen en is hierin buitengewoon vasthoudend.
Hij is boos, gefrustreerd en brutaal, heeft overal een weerwoord op.
‘Je bent de stomste mama van de hele wereld! Ik haat je, rot-mama!’
Meer dan eens vliegen dergelijke opmerkingen me om de oren.
Gefrusteerd en boos
En niet alleen nemen bij hem de mindere kanten de overhand, dit is bij mij ook steeds meer het geval. Ik reageer te impulsief, te boos, ben geïrriteerd.
Bovenal ook gefrustreerd en boos op mezelf: waarom kan ik niet geduldiger zijn? Waarom kan ik hem hier niet mee helpen? Juist ik, degene die wéét hoe het voelt, zou dat toch moeten kunnen?
Ik heb het gevoel dat ik faal, omdat ik hem niet kan helpen.
Samen komen we in een negatieve spiraal terecht en het lukt maar niet om dit te doorbreken.
Na een fikse uitbarsting lijkt hij altijd ‘opgelucht’, het lijkt de lucht weer helder te maken voor hem en ineens komen dan de positieve kanten weer naar boven.
Hoge pieken, diepe dalen.
Hulp vragen
Na een paar maanden aanmodderen is het voor mij genoeg, de grens is bereikt.
Het is slopend, dat wij hier samen niet uitkomen is wel duidelijk.
Ik besluit hulp te vragen bij de instantie waar kleine man in behandeling is voor de medicatie en zij zien onze duidelijke vraag om hulp.
Het voorstel is een intensief traject, waarbij kleine man goede begeleiding gaat krijgen, er verder gekeken wordt naar een eventuele andere diagnose naast de ADHD.
Daarnaast krijgen wij ook begeleiding, hoe we kleine man het beste kunnen helpen, hem kunnen geven wat hij nodig heeft. Alles wordt onder de loep genomen, waar gaat het mis en wat kunnen we daarmee doen?
Ik schrik een beetje van dit intensieve traject, vind het heel heftig. Weken afwegen of dit past bij ons, lijdt school er niet onder, is het realiseerbaar? En een klein stemmetje in mijn hoofd: ‘doe je het dan écht zo verkeerd, dat dit nodig is?’
Boze uitbarsting
Na een zoveelste boze uitbarsting hak ik de knoop door.
Er moet iets gebeuren en dit lukt me niet alleen. We gaan starten met dit traject.
We hebben hulp nodig om deze negatieve spiraal te kunnen doorbreken.
Enkele weken geleden zijn we gestart, we zitten nu middenin de voorbereidende gesprekken.
Naast deze beslissing, gaat er bij mij ook een knop om:
Ik faal niet, omdat ik het niet alleen kan. Sommige dingen kún je niet alleen, heb je hulp nodig van anderen.
Ik faal júíst niet, omdat ik hulp vraag.
Geef een reactie