In dit artikel mijn ervaringen met dwangmatigheid in combinatie met ADHD. Ik heb een kat. Hij heet Maxim. Of Maximiliaan en soms Maximilioe. Hij werd ook Modema, dan Modema de Mandemé, en uiteindelijk heet hij Bondremendemondebalde. Hij luisterde daar niet meteen naar, maar sinds enkele weken heeft hij zich ook die naam toegeëigend.
Niet dat ik hem wil roepen zodra ik Bondremendremondebalde eruit flap, het gebeurt gewoon. Zomaar ineens kwam het in mij op dat hij ook die naam bezit. En ik vind het een vreselijke naam.
Maar ik kan niet stoppen om hem zo te noemen. Ik weet totaal niet waarom. Mijn brein eist het (Obsessieve-compulsieve stoornis). Dit is niks anders dan dwangmatigheid, wat niet onbekend is voor mensen met ADHD.
Als kers op de taart forceerde tijdens de feestdagen datzelfde brein mij om te ontdekken dat het aantal lettergrepen in Bondremendemondebalde overeenkwam met het het refrein van het bekende kerstliedje Deck the Halls.
Dus ook niet geheel verrassend (maar wel onvrijwillig) deed mijn mond continu “Bondremendremondebalde fa la la la la ♪”.
Nog meer dwangmatigheid.
Zo ken ik ook periodes dat ik “poekoelanie” roep als ik iets leuk, aandoenlijk of lief vind. Dat gebeurt dan meerdere keren per dag. Ik trek dan ieders aandacht, maar moet tegelijkertijd met mijn ogen rollen vanwege mijzelf. En in de loop van de dag voel ik mijn irritatie al na het uitspreken van de eerste drie letters “poe…”.
En toch houd ik niet op. Ik kan het niet laten. Hoe graag ik het ook wil. In mijn hoofd tolt het door. Het heeft iets tergend saais, maar ook iets vrolijks. Het wekt beelden op van kleur en ballonnen, naast de monotone en kleurloze melodie.
Maar van dat laatste word ik juist zo moe; moe helemaal dankzij mijzelf. Dwangmatigheid.
Er zijn ook citaten uit televisieseries en films die telkens weer de kop op steken. Gedurende enkele weken achtereenvolgens, met steeds een interval van een paar maanden. Het begint voor de grap en op een gegeven moment begint het een eigen leven te leiden; tot ziekens aan toe, niet alleen voor mijzelf, maar ook voor mijn omgeving.
Zo ben ik zelfs af en toe mijn dochters van respectievelijk 3 en 7 jaar tot last (“Mam, hou nou ohop!”). En dan vooral wanneer ik nog hartje zomer benoem dat “sinterklaas elk moment kan arriveren.. en zijn luisterpieten ook” (De Luizenmoeder). Eveneens dwangmatigheid.
Mijn grijze massa beperkt zich niet alleen tot oneliners en fantasievolle woorden, maar moedigt mij aan tot het maken van super flauwe grappen waar ik zelf niet eens om kan lachen. Zo zat er vandaag een vogel in de voortuin van mijn buren en dacht ik “hé, een soort waakvogel!” en vervolgens “dat noem je dus een wágel!”.
Ik kon mijzelf wel voor mijn kop slaan om hoe suf die grap was. Maar toch, het moest gezegd worden.
Hersenen vertonen hyperactief gedrag
Ik ben doorgaans niet hyperactief in gedrag, maar wel hyper in mijn brein. Dat maakt overuren. De godganse dag rollen gedachten over elkaar heen, duwen ze elkaar, trekken aan elkaar. De ene gedachte is nog nuttelozer dan de andere. Maar ik kan ze niet stoppen. Om mij er niet te veel aan te ergeren, probeer ik maar de grap ervan in te zien en te accepteren dat mijn hersenen nu eenmaal zo werken.
Ik ben het zelfs gaan koesteren. Want wanneer mijn brein niet zo aan het huppelen is, houdt het zich bezig met een stroom aan piekergedachten. En dan gaat het niet goed. Ik word passief en voel me tergend verveeld en ongelukkig.
Maar wat moest ik nu met deze non-woorden en -zinnen? Door mij die vraag te stellen voelde ik mij gestimuleerd tot creatieve bezigheden. En ja, nu kregen die schijnbare nutteloze uitroepen een betekenis. Het verzinnen van grappige verhalen en, samen met mijn humoristische vriend, het bedenken van sketches, wordt verrijkt door verbasteringen van al wat mijn mond uit rolt.
En die bezigheden op hun beurt maken extra dopamine aan, een stof die het nogal laat afweten bij mensen met AD(H)D. Dopamine maakt mensen productiever en gelukkiger. Ik word productiever en gelukkiger.
Gilles de la Tourette tics
Op een gegeven moment ben ik mij gaan afvragen of het een vorm van Gilles de la Tourette betreft die mij zo overvalt. Of ben ik slechts associatief? Beide veelvoorkomend bij AD(H)D. Ik besloot op onderzoek uit te gaan.
Bij Gilles de la Tourette staan voornamelijk de ’tics’ op de voorgrond. Een ’tic’ is een onwillekeurige, ongecontroleerde en stereotype beweging of verbale uiting. De dwang om die ’tic’ uit te voeren is doorgaans erg moeilijk te beheersen.
Nou, dat is ook niet helemaal het geval. Ik vind het vaak irritant, maar ook heerlijk om zo rond te dansen in het leven. En ja, ik kan me heus wel beheersen, ook al lijken de woorden als vanzelf uit mijn strot omhoog te kruipen.
Informatie verwerking bij mensen met ADHD
Associatief, tja. Mensen met AD(H)D hebben een andere manier van informatie verwerken dan de doorsnee mens. Wij zijn voornamelijk ‘beelddenkers’. Het ene beeld volgt het andere beeld in rap tempo op. Dat maakt dat we veel verbanden kunnen ontdekken, die andere mensen niet zien.
Ideeën uitbroeden, waar een ander niet op zou zijn gekomen. Inventief zijn, vernieuwend, inspirerend. Maar ook vermoeiend en van alles er uit flappen zonder erover na te denken. De golven van de grijze hersenzee volgen zonder enige gedachte. Daarop surfen, zomaar, alleen maar omdat het bevrijdend voelt.
Dan is het Maximilioe en bij de volgende golf Bondremendemondebalde.
Geef een reactie