Gelukkig, een kind met ADHD straffen kun je beter niet doen als je een andere mogelijkheid ziet om bepaald gedrag te veranderen. Gelukkig, omdat het voor jou als ouder of opvoeder veel gezelliger is om positief te staan tegenover je kind en dat het veel leuker is om te belonen dan om te straffen. Moet je alles dan maar goedvinden? Zeker niet. Het kind is er niet bij gebaat als het alles mag en nooit wordt gewezen op dingen die anders moeten, op het naleven van normen en waarden. Het zal nooit worden geaccepteerd in de maatschappij, waarin het hoopt straks een baan te vinden, om contacten te leggen als het steeds zijn/haar eigen gang gaat zonder rekening te houden met derden.
Een kind met ADHD moet zoals alle kinderen gewenst gedrag aanleren en dat zal niet in één dag lukken. Het moet ook leren dat het niet altijd zijn/haar zin kan krijgen en dat niet alles verloopt op de manier waarop hij/zij dat wil. Het moet leren om met tegenvallers en weerstand om te gaan zonder daarbij uit de bocht te vliegen. Hoe je dat moet aanpakken met weinig straf is een intensieve zoektocht, een moeilijke klus.
Enkele tips hoe je een kind zonder straf de juiste weg kunt wijzen
- Zorg voor structuur, niet even en ook niet één keer, maar altijd. Dit biedt een kind met ADHD houvast en dan zal het zich waarschijnlijk beter gedragen. Het is vaak uit onmacht als het mis gaat.
- Ben duidelijk, blijf herhalen wat je wel wilt als jouw kind de fout in gaat. Met één keer iets zeggen bereik je het kind niet als het erg boos is.
- Beloon goed gedrag en doe het meteen. Dat stimuleert om goed gedrag te laten zien. Voortaan besteed je meer tijd aan het goede gedrag dan aan het ongewenste.
- Ken je de methode van de stoplichten: “groen het is oké, oranje ik heb hulp nodig en rood nu moet je even uit mijn buurt blijven, want ik ben heel boos”. Op deze manier leert een kind aangeven dat er een grens is bereikt. Het zal in de loop van de tijd gaan ervaren dat het groene licht is waar het naartoe wil. Op rood heeft het een probleem (bespreek het probleem, hoeveel last heeft het kind ervan of hebben anderen er last van en wat zijn de gevolgen van dit probleem), op oranje wil het hulp van jou om in groen te komen en om te voorkomen dat het in rood komt. Op groen is alles onder controle. Stel de vraag hoe het voelt om in groen te komen. Hoe jij de methode precies gebruikt is aan jou, maar zorg voor duidelijkheid over het gebruik en de inzet ervan.
- Straf je kind nooit als het gaat over dingen die hij/zij niet begrijpt of niet overziet.
- Leg ongepast gedrag uit, zonder boos te worden en zonder verwijten te maken en geef aan wat het gewenste gedrag is.
- Gebruik nooit fysiek of verbaal geweld, dat geeft jouw onmacht aan en je bereikt er niets mee. Het kind wordt bang, voelt zich onbegrepen en alleen.
- Haal het kind uit de situatie. Een voorbeeld: jouw kind slaat en schopt de hond. Natuurlijk grijp je in. Niet met veel woorden, pak het kind en neem het mee naar zijn kamer bijvoorbeeld. Je legt uit dat je een lief dier geen pijn mag doen, dat je handen er zijn om een hond te aaien en niet om te slaan.
- Doe meer samen, neem samen beslissingen, afhankelijk van de leeftijd uiteraard. Een voorbeeld: het kind wil tv kijken en jij wil dat het huiswerk maakt.. Praat erover en kom samen tot de oplossing. Het kind voelt zich een stuk prettiger dan wanneer je meteen nee roept bij het tv kijken. Het zal in zo’n geval eerder geneigd zijn mee te werken.
- Ouders en opvoeders hanteren dezelfde aanpak. Neem er de tijd voor om dezelfde “strategie” te bepalen. Het kind heeft er veel baat bij. Bij verschil van aanpak zal het kind onrustig worden en niet weten wat te doen.
- Ben je even niet jezelf en ben je bang uit je slof te schieten? Je weet dat straffen niet helpt, ga even uit de situatie als dat verantwoord is en alles voelt minder zwaar als je terugkomt.
Geef een reactie